De 'Bevrijding' in de Mauritsstraat
(*)
wat ik me daarvan meen te herinneren, met alle risico's vandien
Mijn ouders zijn in 1935 met hun drie kinderen
op Mauritsstraat 57 komen wonen. Ik ben daar op 18 juli 1935 geboren. Later
kwamen er nog drie kinderen.
Vic in linker bovenraam
Eind april, begin mei 1945 - ik was toen bijna tien jaar oud - gonsde het van de geruchten. Er was geen elektriciteit, dus ook geen radio; er waren geen kranten meer. Toch was wel doorgedrongen dat de bevrijding ophanden was. Het feit dat de Duitsers toestemming gaven voor de voedseldroppings op 2 mei (die vliegtuigen heb ik zelf gezien), versterkte het gevoel dat de oorlog nu niet lang meer kon duren. Op 4 of 5 mei stak iemand op de Koningslaan al de vlag uit; gevaarlijk?
De eerste geallieerde militair die we in de Mauritsstraat zagen was een soldaat op een motorfiets. Hij kwam uit de richting Oudwijk en stopte bij de kruising met de Dillenburgstraat. Hij moest ergens in de binnenstad zijn en was verdwaald. Behulpzame burgers deden hun best om hem in het Engels de weg te wijzen. Ik stond er bij, want het gebeurde vrijwel voor onze deur. Ik denk dat ik naar die man gekeken heb als naar iemand van een andere planeet. De datum kan ik niet met zekerheid achterhalen; ik vermoed dat het 6 mei was.
Op 7 mei vond een schietincident plaats op Oudwijk.
Wij hoorden de schoten en vernamen later dat een groepje BS-ers geprobeerd
had een auto met Duitse militairen aan te houden. Alle BS-ers kwamen daarbij
om het leven. (Later is een soort legende ontstaan: 'een mislukte poging om
Mussert te arresteren'. Maar Mussert was al op 4 mei naar Den Haag vertrokken,
waar hij op 7 mei is gearresteerd.)
Later op de dag trokken we naar de Biltstraat, omdat er werd rondverteld dat
de 'bevrijders' eraan kwamen. Vreemd genoeg kan ik me die wandeling goed herinneren
- in de Prinsesselaan stonden BS-ers achter bomen, met het oog op sluipschutters
(?) - maar van een intocht van de 'bevrijders' is me niets bijgebleven.
Bren carrier
In de loop van de middag zaten we beneden in de voorkamer aan tafel.
Zomaar ineens stond de hele straat vol met kleine rupsvoertuigen ('Bren carriers').
Het was even spannend; wij wisten niet wat dit precies te betekenen had. Er
waren wel geruchten over een capitulatie, maar niemand wist dat zeker. We
mochten niet voor het raam gaan staan. De spanning duurde maar kort. De wagens
werden netjes aan de rechterkant langs de stoep geparkeerd en de soldaten
stapten ontspannen uit. "Dit is de Bevrijding", zei mijn vader.
De soldaten behoorden tot het 49ste verkenningsregiment van de Britse Polar
Bear Division, op dat moment ingedeeld bij het 1ste Canadese leger. Ze werden
ingekwartierd bij de burgers in de Mauritsstraat en omgeving. Zelf ben ik
meteen in zo'n karretje gaan zitten en heb de koptelefoon opgezet. En daar
kwam vrolijke muziek uit!
Van de dagen daarna is me vooral bijgebleven dat
het leven voor mij één groot feest leek. Je mocht weer van alles,
we kregen chocola en snoepjes van de soldaten, er waren voortdurend feesten
op straat, veel militaire muziek en parades. Het gras langs de Koningslaan
en in het Wilhelminapark lag vaak bezaaid met geallieerde soldaten en Nederlandse
meisjes ('Trees heeft een Canadees').
We liepen met bloknootjes op straat en vroegen handtekeningen.
Dat deed ook een in Zeist woonachtige leerling van het Bonifatius Lyceum. Twee Canadezen, gelegerd in het kamp Zeist, schreven hun naam op: Feldbruegge. "Zo heet de rector van mijn school", was de reactie van de leerling. Waar dat toe geleid heeft, is te vinden op mijn website: http://home.wxs.nl/~feldbrug/history.html
Vic Feldbrugge, Zaltbommel, 20 november 2002
(*) Iedereen noemde het 'bevrijding'.
Maar het Duitse leger had al op 5 mei in Wageningen gecapituleerd, alleen
wisten wij dat nog niet zo precies. In werkelijkheid trok er op 7 mei een
vreedzame bezettingsmacht de stad binnen, maar door de gebrekkige communicatie
was het voor ons toen nog onzeker of de oorlog nu echt voorbij was.