Stille rouw
door Pauline Brenninkmeijer
Vanuit de Reigerstraat kuier ik richting
park. Het is nog steeds prachtig weer. Het laatste weekend van de zomervakantie
is aangebroken. Iedereen is weer thuis. Niemand wil al afscheid nemen van
de zomer en dat hoeft ook nog niet, maar de schoolboeken moeten nu wel gekaft
en het serieuze leven moet weer een aanvang nemen.
Een groepje roerige studentikoze jongens komt het
park uit gewandeld en steekt de weg over. Een enkeling draagt een das waar
de Friese vlag op is afgebeeld. En dan weet ik het weer. Het jaarlijkse doopritueel
van mijn voormalige provinciegenoten heeft plaatsgevonden. De Friese studentenvereniging
in Utrecht ontgroent haar nieuwelingen o.a. door ze met een polsstok de sloot
over te laten springen en waar kan dat beter dan in ons park. Smalle slootjes
genoeg, smal genoeg om met droge kleren de overkant te bereiken. Tenminste
ik zie nergens groen aan de broekspijpen kleven. Het Friese volkslied zal
er ook wel aan te pas zijn gekomen. Ik betreur het dat ik de seance heb gemist.
Op het laatste moment denk ik als "journalist" eraan om het groepje
"Feuten" op de foto te zetten. Niet helemaal gelukt, maar toch een
beetje.
Mijn oog valt opeens op wat bomen met bruine bladeren en bosjes verdrietige rododendrons. Deze laatste zitten al midden in hun winterdepressie, constateer ik. Hier kan geen therapie meer tegenop.
Is het de droogte die deze bloem parten speelt, of heeft de herfst een beetje snel haar intrede gedaan, doordat de zon niet van wijken wist. Ik word weer pijnlijk geconfronteerd met mijn gebrek aan kennis der natuur.
Hoe was dat andere jaren. Waren de bomen toen ook al zo vroeg bruin en lag het park toen ook al in augustus bezaaid met bruine bladeren?
In ieder geval komt deze treurige aanblik van de rododendrons mij totaal onbekend voor. Ik troost mezelf door wat kiekjes te schieten van de somber makende aanblik. Wat kunnen planten toch goed hun gevoelens uiten.
Ze vormen als het ware een cliché
van het lijden. Maar wie lijdt er eigenlijk? De toevallige wandelaar of de
plant in kwestie?
Terwijl de Friese studenten waarschijnlijk al lang en breed in de kroeg zitten
aan het bier of de berenburg, slenter ik door het park naar huis en word zelfs
een beetje blij van de schoonheid van mijn foto's van stervend groen.
De rododendron heeft mij nooit zo kunnen
bekoren, maar zoals ze daar nu in groten getale in stilte staan te rouwen
krijg ik alleen maar diep respect voor haar uitdrukkingsvermogen.
Deze vroege herfst brengt mij voorlopig nog niet in een mineurstemming.
PB, Augustus 2003