Surrealistische ontmoeting

10 september 2006

In het eerste weekend van september plensde het nog veel. Reden genoeg om veilig binnen te blijven in onze Mauritsstraat. Een goed boek, een grote kop thee, lekker op de bank en af en toe kijken naar het gespetter daarbuiten. Maar zit je met een van de mindere boeken van Umberto Eco dan bestaat de kans dat je voortdurend aan andere zaken denkt. Heb je dan een hond, laarzen en een paraplu, dan heeft het toch ook wel weer wat om de Nederlandse nattigheid in te stappen.
Zo kwam het dat ik samen met mijn wandelvriendin in de richting van Park Bloeyendael trok (ken je de route?). Zij zonder paraplu want ze wil de natuur voelen. Ze vindt mij een watje omdat ik zo'n plu gebruik.



Door de stromende regen liepen we de Mauritsstraat uit, over het bospad tussen begraafplaats en Stolberglaan, over het bruggetje, langs de Zilveren Schaats, onder de wegdoor om uit te komen in ons zompige Bloeyendael. Het regende zo hard dat bij de stuw onder de brug een ware waterval was ontstaan. Mooi gezicht. We trokken het park door. Al het groen droop. Vogels hadden zich verstopt. De hond en mijn wandelvriendin waren snel doorweekt, maar gaven er niet om. Koud was het niet. Bij 24 graden Celcius valt het mee om doorweekt te zijn. We liepen langs de volkstuintjes. Weer een sluis waar het water daverend van links naar rechts stortte. Het werd een waardevolle wandeling, zoals eigenlijk altijd.

Maar het mooiste moest nog komen. Ik zag onze hond aan iets snuffelen. Direct daarna sprong hij naar achteren en keek ons verbaasd aan. Ons gesprek stokte. Daar voor ons stond op het pad in de regen iets kleins naar ons te zwaaien met twee dunne armen en relatief grote handen. Vanuit de verte leek het even op een kabouter met een rode puntmuts en rode wanten. Min of meer wetenschappelijk ingesteld als wij zijn dachten we dat het misschien toch om iets anders zou kunnen gaan. Dichter bij gekomen waren we niet minder verbaasd. Daar stond, midden op het pad een knalrode kreeft met zijn scharen te zwaaien. Een knalrode kreeft in Bloeyendael, Utrecht, Nederland? Het dier bleef daar maar staan zwaaien. Wij knielde bij hem neer (natte knieën) en bekeken hem met aandacht. Zijn scharen draaiden steeds direct naar de plek waar je hem probeerde te benaderen. Een prachtig alert beest. En die kleur, dat diepe rood, ongelooflijk. Zelden had ik er zo'n spijt van dat ik mijn camera niet bij me had. Wat is er nu mooier dan een digitaal fotootje van een kreeft die in de neus van je hond probeert te knippen.
We hebben daar nog een tijd in de regen zitten kijken. Vervolgens lukte het ons dit prehistorisch zoetwatermonster voorzichtig terug te zetten tussen het riet.

Thuisgekomen zocht ik hem op. Het gaat om de Rode Amerikaans rivierkreeft. Hij wordt ook wel Rode Moeraskreeft (Procambarus clarkii) genoemd. Waar hij precies vandaan komt wordt niet helemaal duidelijk. De een schrijft: "het noorden van Amerika" en de ander: "het zuidoosten van de Verenigde Staten".
In de tweede helft van de 19e eeuw werd deze rode Amerikaan in Europa ingevoerd. Rond die tijd werd onze eigen Europese rivierkreeft getroffen door een schimmelziekte. In grote gebieden stierf de Europese soort toen uit. De Amerikaanse rivierkreeft bleek ongevoelig voor de schimmel en is inmiddels in grote delen van Europa veel talrijker dan de Europese rivierkreeft. De vraag is of het rode schaaldier de schimmelziekte zelf heeft meegenomen.
In de jaren 70 is deze rivierkreeft door Spanje in de rest van Europa geïntroduceerd.

Kenmerkend is de dieprode kleur en het voorkomen van stekels op rugschild en schaarpoten. Op de scharen zitten felrode puntjes. Het is een relatief grote zoetwaterkreeft. Een volwassen exemplaar is minimaal 12 cm en maximaal 17 cm, armen en scharen niet meegerekend. In Nederland is deze rivierkreeft in 1985 voor de eerste maal gezien. Hij graaft holen in modder zand en klei. Soms kan hij daarmee wel eens een dammetje of dijkje ondermijnen, maar voor de grootschalige waterhuishouding in Nederland levert hij geen gevaar op (in tegenstelling tot de muskusrat).
Hij eet weekdieren en insecten, maar ook planten en als hij een snelle bui heeft een klein visje. Maar dat lukt zelden.


Rode Amerikaans rivierkreeft in Bloeyendael
(foto: Laurens van Leeuwen 2006)

Enthousiast mailde ik de mensen van de Stichting Bloeyendael. Er kwamen een paar leuke mails terug. Het was voor hen geen nieuwtje. Er staan zelfs foto's van de familie van onze kreeft op de Bloeyendael-website. De leukste mail kreeg ik van Nora de Groen van de Stichting Bloeyendael. Ze mailde mij een prachtige foto die de Bloeyendael-fotograaf Laurens van Leeuwen maakte, op een moment dat de rode Amerikaanse rivierkreeft in wat beter weer rondwandelde. Een prachtplaat!

RB