Mau van Straaten
Mau van Straaten
is de vaste columnist van de Mauritsstraat. Onder zijn naam past elke romantische, wilde, zachte, politieke, krasse, vage, onnozele, scherpe, bezopen, abstracte, zielige, gefrustreerde, prachtige, theatrale, maar vooral anonieme tekst van uw hand.

De bladzuiger

Als je op één van die prachtige herfstdagen, die we dit najaar mochten beleven, denkt rustig door het park te kunnen wandelen, dan heb je het mis. Vaak is het er een herrie van jewelste. Lawaai dat niet onderdoet voor de verkeershinder die je ondervindt als je aan een drukke verkeersweg woont. Lees verder: >>

Bang voor mijn heupen

Mijn hele leven ben ik al dol op sneeuw. In de afgelopen 86 jaar zijn er al wat winters voorbij gegaan waarin ik met kinderen uit de straat, uit mijn klas, later met mijn eigen kinderen en zelfs met mijn kleinkinderen een sneeuwpop maakte. Echt sneeuw, moet u weten, ik vind het geweldig. Lees verder: >>

Welstandsasocialen

Briefje op de mat. 'Wij geven morgen een tuinfeest. Leuk voor ons, minder leuk voor jullie misschien.'
Lees verder: >>

Kamillethee

Ik heb een hekel aan kamillethee. Geef mij maar pepermunt, jasmijn of desnoods Droom Van Utrecht (Abraham Mosterd). Kamille is mij te rustig. Net als onze straat. Die kan ook zo akelig rustig zijn. Soms lijkt het zelfs wel of er niemand woont...
Lees verder: >>

Hoog water 2007

Ongelooflijk wat regende het weer hard vannacht. Soms weet je met die wolkbreuknachten niet meer goed of het echt is of dat je het droomt.
Lees verder: >>

Onschuldig jongerengedrag in de Randstad


Mau's dertiende column

De generatie Mauritsstraat kinderen van de tweede helft van de jaren tachtig wordt groot. Zo tussen de vijftien en de twintig. En allemaal doen ze met hun vrienden, net als hun leeftijdgenoten in Nederland, tegen het weekend hetzelfde. Ze verzamelen zich bij een van hen om 'in te drinken', voordat ze 's avonds erg laat, vaak donderdag's, naar de disco vertrekken om nog enige uren op 2 bierjes van 3 euro per stuk, door te brengen. En daarna gaan ze in een groep naar 'huis', want de meisjes mogen onder geen voorwaarde 's nachts alleen door de stad fietsen.
De boys van Huize Willem doen dat, het leuke meisje uit de Dillenburgstraat dat doet. Rumoerige Eduard uit het begin van de straat doet dat. Uit het midden van de straat doen Jan en zijn zus dat ieder weer apart. Ja, het klopt: er komen en gaan regelmatig groepen jongeren laat in de avond naar en uit onze straat. Maar om te spreken over een 'probleem in de straat' is wel erg zwaar aangezet. Om deze kids, die bijna allemaal studeren, 'hangjongeren' te noemen is een gotspe.
Om een politie-avond te beleggen met straatbewoners is het bijna misdadig maken van standaard onschuldig jongeren gedrag in de Randstad. Ik heb me echt afgevraagd of onze wijkagente niet iets met veel hogere prioriteit te doen had dan een avond beleggen over verder niet benoemde 'problemen' in de straat. Bijv. die steeds maar weer ingeslagen autoruiten in de Dillenburgstraat eens te onderzoeken, in plaats van 'helaas' briefjes te sturen met adressen van slachtofferhulp.
Ik ga dus niet naar die avond. Ik heb verschillende van die clubjes vertrekkende en terugkomende jongeren al eens aangesproken midden in de nacht. En dan reageren onze 'straatkinderen' onmiddellijk altijd positief, welopgevoed als ze zijn. Dus buren: spreek uw buurjongere af en toe maar eens aan. Dat is beter burengedrag dan de politie inschakelen. Dan zal het nog wel eens lawaaiig zijn, maar dat is niet te vermijden in een smalle straat met hoge huizen in de Randstad in 2005. Dan kan de politie zich wat meer op onze 'veiligheid' richten.

Thuis
Mau's twaalfde column

Ik woon al vele jaren met zeer veel genoegen in de Mauritsstraat. Niet alleen omdat ik een fijn huis heb, maar ook omdat ik het heerlijk vind om tussen jullie te wonen in dit buurtje. De laatste tijd begin ik me echter wat zorgen te maken. Te veel van jullie hebben verhuisplannen of zijn bezig te verhuizen. We kunnen dat elke dag zien, want het bruist in de straat van de activiteit. Iemand vroeg me laatst zelfs of we in de straat de Postcode loterij hadden gewonnen. Nou ben ik niet iemand die zulke dingen weet, want ik kijk nauwelijks televisie. Het grootste gedeelte van de dag kijk ik tegenwoordig zelfs noodgedwongen uit het raam naar wat er nu weer gebeurt. U weet natuurlijk niet dat ik een van die ultra sensitieven ben die ieder geluidje binnen of buiten niet alleen horen, maar ook weten wat ze betekenen. Maar de laatste tijd komen er wel erg veel vreemde geluiden uit de straat.

Mannen in pakken en BMW's met notitieblokjes kijken waar hun 'te koop' borden kunnen hangen. Inzittenden van langzaam rijdende auto's gluren naar de huizen alsof we een hoerenbuurt zijn. Verhuisauto's rijden af en aan, inladen, uitladen. Maar daaraan voorafgaand wordt er nog snel een beetje met een 'hete' kwast geschilderd (om het pand er nog aantrekkelijker uit te laten zien) of beginnen de nieuwe bewoners te verbouwen. Rond 07.00 uur klinken in de verte al weer de bestampte hijpalen in Rijnsweerd. Voor 08.00 uur rijden de busjes de straat binnen. Het zijn er zoveel dat het zelfs overdag en met vergunning moeilijk is om een parkeerplaats te vinden. Bouwbedrijf Jan van Zetten - Putten. De van Leer Groep - Schilderwerken uit Amersfoort. Diederik de Clerck - echte Stuckers, helemaal uit Gilze Rijen. CVI - verwarmingstechniek uit Nijkerk. Dirk van Wouden - Tuinaanleg komt wel van dichtbij, uit Groenkan.

Overal hangen de Uithangborden tegen de gevels, reclame te maken voor de uitvoerder. Hier bouwt Jan de Jong uit Leersum. De man van KMD - Klein maar Dapper - staat weer ergens op een gammele ladder tegen een gevel aan. De jongens van 'het Monument' hebben geen bord nodig, die vormen zelf een wandelende reclame. Overal klinken de commerciële radio's in lege huizen en op steigers en er wordt vaak lustig meegezongen. De vrachtauto's, die puincontainers brengen en halen, rijden af en aan. Evenals de leveranciers van kozijnen, ramen en andere bouwmaterialen. IJzer-, metaal- en houtboeren in oude busjes (en zelfs op de fiets) rijden voortdurend rond om de containers te checken. UPS bezorgt de laatste aangetekende stukken van de notaris. Wehkamp, Meubelkoning en Ikea bezorgen de nieuwe spullen.

Overal klinken de geluiden van boren, breekijzers en muurfrezen. Veel van het ruige werk gebeurt op straat. De betonmolen draait op een stuk vloerbedekking op de stoep. De cirkelzaag krijst zich een weg door het hout voor nummer 16. Het marmer voor de gang in nr 70 wordt met een handzaag door een artiest op maat gemaakt. Op 43 worden op de stoep maatwerkkasten gebouwd. Op nummer 88 worden met een motorzaag de bomen drastisch ingekort (heb je voor het dood zagen van een boom ook een vergunning nodig?). De straat als voorraadschuur met bergen modder, zand, zakken roodband, tegels, stenen, gipsplaten.

Wat is nou eigenlijk de portee van dit verhaal (tja, een column is het eigenlijk al niet meer...)? Dat ik jullie wil vragen niet te verhuizen. Hier gezellig te blijven wonen. Het is zo vertrouwd om te weten wie waar woont. En daar af en toe een straatfeestje mee te vieren. Ons hier niet achter te laten met de bouwers van de nieuwe buren. En natuurlijk is dit ook een oproep aan de nieuwe buren : hartelijk welkom, we houden al dat lawaai en gedoe wel even uit. Maar blijf hier alsjeblieft lang wonen , ga (dus) niet scheiden, dat kost je gegarandeerd je huis. Zie je huis niet als investering, want de mensen die na jullie komen slopen zelfs die nieuwe keuken er weer uit vanwege de verkeerde tegeltjes. Heb hier niet alleen een mooi huis, maar maak hier in onze straat je thuis.

Nieuwe tak van dieven-sport
Mau's elfde column

Deze week werd ik geconfronteerd met een nieuwe tak van dievensport. Nadat vorige week mijn mobieltje al uit de auto via een stukgeslagen zijraampje was meegenomen ( eigen schuld, gewoon vergeten eruit te halen), zag ik vanmorgen dat mijn voorste nummerbord ontbrak. Ra, ra - waar is dat nou goed voor ? Niks door een trekhaak of zo, gewoon eraf geschroefd. Toen ik telefonisch een nieuw nummerbord bij de garage bestelde, begreep ik pas dat dit sedert een of andere nieuwe wet geen simpele affaire meer is. 'U moet eerst aangifte doen bij de politie. Daarna moet u een nieuw kenteken aanvragen bij het postkantoor. Met het bewijs van het postkantoor bestellen wij voor u witte kentekenplaten, die een maand geldig zijn. Zodra u uw nieuwe kenteken hebt, bestellen wij weer gewone gele platen voor u". Het hele grapje kost circa 250 euro. De verzekering vergoedt niets ( want de auto is niet beschadigd). Ik vroeg de jonge 'service-agent' bij bureau Tolsteeg of ze meer van dit soort gevallen hadden. Zijn antwoord loog er niet om : ' oh ja, meneer, een paar keer per maand". Ze hebben die nummerborden nodig om gestolen auto's naar het Oostblok te rijden. Het gebeurt vaak op maandag of dinsdag al er automarkt is. Of 'ze' hebben even een dagje een nummerbordje nodig voor een 'ramkraak'. Inmiddels begrepen wij en onze buren ook waarom op hun bijna nieuwe auto een week eerder hun achternummerbord er half afgeschroefd bij hing. Blijkbaar betrapt terwijl ze bezig waren. Zodra ik de nieuwe nummerborden heb, smeer ik er krachtlijm op en een klodder viezigheid. En oh ja, als u de 08-LZ-LD in wilde achtervolging of in een ramkraak ziet, dan weet u dat dat niet een bewoner van deze straat is.

Mau van straaten


De duivenvanger
Mau's tiende column

In de boom in onze tuin wonen al sinds jaar en dag twee duiven. Elke zomer schijten zij het terras onder. Totdat we een teakhouten eetstel aanschaften hadden we er niet echt last van, omdat we daar toch nooit zaten. Nu moet er vóór elke maaltijd in de open lucht eerst een boenpartij plaatsvinden. Duivenpoep zet zich hardnekkig vast op hout, dat kan ik u verzekeren. Als we echt pech hebben houden de duiven ons ook nog eens gezelschap tijdens het diner. Of iedereen het dan droog houdt, is altijd weer de vraag. Tot nu toe nog wel, maar echt lekker zit je dan niet meer je soep op te lepelen. Via via hoorden we over iemand die speciale kooien gebruikt om duiven mee te vangen. Men plaatse deze op het dak. Voorziet ze van een lading heerlijk duivenvoer. Elke duif die de kooi in wordt gelokt komt er niet meer uit. Het bekende eenrichtingssysteem. Het heeft langer dan een week geduurd voordat de eerste duif hier intuinde. En daarna nog eens een week voordat nummer twee zich liet vangen. Met gevaar voor eigen leven, moest er dagelijks iemand vanuit het zolderraam via de goot het dak op klimmen. Een gekooide duif kun je toch moeilijk dagen aan zijn lot overlaten. Duif nummer één werd in een kattenmand afgevoerd naar de duivenexpert in Bilthoven, alwaar hij terecht kwam in een volière, zo groot als onze tuin. Temidden van konijnen, tropische vogeltjes en marmotten moest hij zich voorlopig zien te vermaken. Wat er daarna met hem gebeurde hebben we niet kunnen achterhalen. Toen duif nummer twee eveneens vastzat dachten we dat de operatie was gelukt. Via het dakraam van de buurvrouw haalden we de kooien weer naar beneden. Iets te laat hadden we in de gaten dat deze onder de duivenpoep zaten. De volgende dag keken we tevreden de tuin in, totdat we maar liefst vier dikke duiven gemoedelijk op de kale boomtakken zagen zitten, als hielden ze een theekransje. Een tijdje later waagde één van hen zich in het door ons recentelijk geplaatste knusse vogelhuisje. Zijn dikke lijf paste er nog net in. Genoeglijk werkte hij al het rijkelijk aanwezige vogelvoer naar binnen. De koolmezen, de heggenmussen, het roodborstje en de merels zullen voor hun maaltijd voortaan een andere tuin moeten zoeken. Het lijkt er op dat we door onze actie buurtgenoten van een duivenprobleem hebben bevrijd. Iemand bij ons in de familie dreigt nu een buks aan te schaffen.

Mau van Straaten


Mijn straat...
Mau's negende column




Mijn straat, een straat met huizen die er al een eeuw staan. Stenen van honderd jaar oud. Cement van honderd jaar, hout van honderd jaar, dakpannen van honderd jaar, hekwerk van honderd jaar, deurknoppen, brievenbussen, loden leidingen, dakgrind, geglazuurde schoorstenen. Rioolbuizen waar al honderd jaar stront door glijdt. Glas in lood van honderd jaar, ruiten met giet- of persfouten van honderd jaar, regenpijpen van honderd jaar, garages, tuinen, bliksemafleiders, hang en sluitwerk, koperen deurknoppen van honderd jaar. En dan de mensen in mijn straat. Nog lang geen honderd jaar, maar wel een van negentig. Ook van zevenentachtig en van achtenzeventig en van negenenzestig en van achtenvijftig, van tweeënveertig van zesendertig van vijfentwintig van drieëntwintig van achttien van vijftien van twaalf van negen, van zes van vier van twee van een en van nog niet eens drie weken oud! Ze zijn er allemaal. Jongens en meisjes, mannen en vrouwen, vaders en moeders, oma's en opa's, ja zelfs overgrootouders heb je in mijn straat.
Ze wonen er allemaal. Ze lopen op de stoep, ze steken over, ze laten hun hond uit, roepen hun poes, snoeien de struiken, stappen in hun auto's, stappen uit hun auto's. Ze zwaaien naar elkaar, ze lachen naar elkaar, praten met elkaar, groeten elkaar, kennen zowaar elkaar hier en daar. Ze hebben fietsen, motoren, schoenen, looprekken. Ze bellen bij elkaar aan, ze lopen bij elkaar binnen, ze troosten elkaar, helpen elkaar, drinken wijn met elkaar, huilen met elkaar, vangen met elkaar tasjesdieven, kijken stiekem naar binnen, sluipen stiekem naar binnen, kruipen dronken naar buiten, vrijen met elkaar, drinken koffie met elkaar doen boodschappen, met, zonder of voor elkaar. Zitten op hun balkonnetjes in de zon, lopen met hun parapluutjes in de regen. Stoppen even bij elkaar op de stoep en zeggen: " Weertje hè...". Oooh, wat hou ik van mijn straat.... Kijk nou eens, naar al die heerlijke fotootjes van mijn eigen, eigen straat. De Mauritsstraat. Heeeerlijk, wat een straat.

Mau van Straaten


Gemau over betaald parkeren

Mau's achtste column

Vandaag parkeerde ik al voor de derde keer in 4 dagen mijn auto betaald op de Koningslaan. Het werd dus tijd om eens met het parkeerbedrijf te bellen of er goedkope abonnementen zijn, en ook wil ik van dat gefriemel met euro-muntjes af. Ik luisterde twee minuten naar totaal onverwachte menu's [ '....indien u bezwaar hebt tegen de parkeer boete: toets 1; indien de gemeente inmiddels beslag op uw huisraad heeft gelegd heeft : toets 7...]. Na nog vele minuten wachten, laat de dienstdoende ( zeer aardige) mevrouw me niet uitspreken. 'Ja, we weten wat voor bende het bij u in de straat is geworden; ja, daar is onvoldoende over nagedacht. U moet een brief aan de wethouder schrijven, ik heb hier het adres voor u...'. Die arme mensen zijn dus blijkbaar veel gebeld. Natuurlijk zal ook ik een brief aan de wethouder schrijven, maar nu wil ik voor voor de komende maanden weten of ik een goedkoper tarief krijg als ik een abonnement neem. Tenslotte kun je tegenwoordig op de Koningslaan, het Wilhelminapark, de Emmalaan, en rond de Kerk een kanon afschieten. Geen auto te bekennen. Dus los ik op korte termijn maar liever mijn ergernis betaald op, in plaats van, zoals al die anderen, steeds maar weer in file onze straat door te rijden om naar dat ontbrekende gaatje te zoeken. Ik weet ook dat al die klachten weer tot een te volgen procedure zullen leiden en een moeizame ambtelijke omezwaai. De bureaucratie moet immers de volgende keer kunnen zeggen dat de bewoners het nu opeens heel graag wel willen, dan is de schuldvraag meteen ook opgelost. Maar dat duurt tenminste 4-6 maanden. En zoals gezegd, ik moet ondertussen wel werken en bij mijn woon/kantoor locatie kunnen komen. Lees hier verder >>>

Mau van Straaten


Een boom mag de bestuurdersleeftijd niet passeren

mau's zevende column

Of het nu is via het blaadje Oost of via deze bijzonder blauwe website, op beide fronten laat de Stichting Wilhelminapark van zich lezen. Aanvankelijk dacht ik, blij dat ze er zijn, zij houden het Wilhelminapark groen, zij zullen er vooral voor zorgen dat de oergroene monumenten, de vijftig tot honderd jaar oude bomen, behouden blijven en niet ten gronde gaan aan de neurotische boomchirurgen, die in ieder dor blaadje een iepziekte zien of aan de landschapsarchitecten die overal hun eigentijds stempel op willen drukken door zichtlijnen te creëren. Maar helaas. Stichtingbestuurders als Antoni Folkers, Diederik

van Dorth tot Medler en Eduard de Nooij gaan allen onderuit. Ze stellen zich reeds op als semi-wetenschappelijke natuurkenners. Ik lees uitspraken als: "bomen hebben geen oneindige levensduur", "veel bomen zijn geplant bij de aanleg van het park en hebben helaas niet het eeuwige leven" en dan: "Er zijn hier veel bomen geplant die hier niet thuis horen, er is behoefte aan de ouderwets open zichtlijnen". Bij het lezen van dit soort parkbestuurlijke kretologie rijzen mij de haren te berge.Wat is het toch met Nederlanders dat ze altijd weer bomen willen kappen als de machtige kolossen een leeftijd dreigen te halen die zij zelf nooit zullen halen? Nee, bomen hebben niet het eeuwige leven, maar weet u, heren, dat er platanen bestaan van zeshonderd tot achthonderd jaar. Ook beuken en eiken passeren zonder veel moeite de menselijke leeftijdsgrens. Zijn jullie daar jaloers op Antoni, Diederik en Eduard? Moeten ze om omdat jullie zelf nooit in je leven zo'n boom zullen opzetten? De paniek slaat mij om het hart wanneer ik zie dat er aan de burgemeesterreigerkant van het park een kerngezonde beuk is geveld. Deze gigant had een stamomtrek van drie meter dertig!

Tot mijn schrik zie ik dat er inmiddels nog drie parkreuzen zijn genummerd met respectievelijk een grote witte 3, een 4 en een 5. Moeten die ook weg? Wat is dit keer de smoes? Een ziekte? Teveel water in de grond? Een zichtlijn? Een gazon met te weinig licht? Of de zucht naar prachtige bloemenpracht waarbij ook geen boomschaduw past? Heren, ik achtte u hoog, maar inmiddels huiver ik, samen met de laatste parkreuzen.

Mau van Straaten



Kerstboodschap
Mau's zesde column


Het is onderhand tijd dat Mau weer even van zich laat horen. U wilt niet weten hoe diep ik ben gevallen, deze herfstige herfst. Ik zag het allemaal even niet meer. Elk jaar in deze periode krijg ik een klap, maar het leek dit keer meer op een mokerslag. Het komt vermoed ik ook een beetje omdat ik zo somber gestemd ben over de toestand in de wereld en in ons land. Ook al is het een dooddoener, bij mij werkt dat door op mijn gemoedsgesteldheid. Mijn psyche koos er daarom voor, uit lijfsbehoud -althans zo kun je het ook bekijken- om even helemaal van deze wereld af te zijn. Na een flinke wandeling door "de storm" begon ik gelukkig omhoog te krabbelen uit mijn dalletje. De bomen sneuvelden, de laatste blaadjes vielen, en ik zag weer licht.
Ondertussen moet ik constateren dat de schrijftalenten in jullie straat het droevig af laten weten. Er is praktisch geen columnpje meer gepubliceerd, na mijn laatste bijdrage. Voelen jullie je te goed voor deze hobbyistische onbenulligheid, willen jullie niet afgaan in de ogen van de buren of ontbreekt het jullie domweg aan tijd? Nou ja, het maakt mij niet uit. Ik blijf mijn stukjes wel sturen, nu ik het licht in de verte weer zie opdoemen. De ellendige Kerst is bijna gepasseerd.
Verder kan ik alleen maar toegeven dat de site zich behoorlijk heeft ontwikkeld. De redactie heeft bepaald niet stilgezeten. Gezien mijn tere gestel mijd ik voorlopig de media, maar het nieuws op jullie web, over een sierpeer en een tasjesdief is voor mij prima kost. Ik snak naar het alledaagse, naar de eenvoudige gebeurtenis. Ik word een extremistische antiglobist, anders kan ik het niet meer bolwerken. Dus wat mij betreft kunnen er niet genoeg deuren worden geopend in de schattige Mauritsstraat. Mijn wens voor alle straatbewoners: Een ouderwets, simpel Nieuwjaar.
MauvanStraaten

Een Koninklijke laan
Mau's vijfde column

"De mooiste straat die ik ken is de Koningslaan", zei iemand laatst tegen me, terwijl we gezamenlijk door het park fietsten. Ik was het roerend met hem eens. Regelmatig zit ik daar, bij een vriendin op het balkon in het namiddagzonnetje, nippend aan een glas thee of wijn, verrukt naar het park te staren. De kleurengloed van de lucht, de vijver die daar als een spiegel bewegingsloos ligt te zijn, de zwarte takken van de bomen, als pentekeningen in de hemel, waar nu sinds kort het groen de overhand heeft gekregen,de bewegende pionnetjes van wandelende
fietsende mensen en rennende honden. "Maar", zei mijn medefietser, "het mooiste plaatje krijg je voorgeschoteld als je ’s-avonds in het donker vanuit het park op de verlichte huizen uitkijkt." Het beeld verscheen onmiddellijk haarscherp op mijn netvlies. Ik kon het alleen maar beamen. Het is een betoverend gezicht zo ’s-avonds laat vanuit de verte achter de inktzwarte bomen die koninklijke laan met die statige ranke huizen te zien oplichten.


Contact?
Mau's vierde column

Sinds mijn vorige verhaal ben ik druk doende geweest met het behandelen van alle correspondentie die ik –al dan niet anoniem- heb mogen ontvangen op mijn hotmailadres: mauvanstraaten@hotmail.com Veel lof, veel opbouwende kritiek, veel geroddel maar ook veel gezeur. Vooral over de vraag of je nu wel of niet emotionele berichten via de e-mail kunt versturen, naar aanleiding van mijn verhaal waarin ik dat ten sterkste afraad. Iemand vertelde hoe ze, juist door het dagelijks uitwisselen van de gevoelige zaken via de box, haar lat-relatie op de been hield. Zij en haar partner konden zich op deze manier veel beter uiten dan in een eye-to-eye situatie. Als ze samen waren hoefden ze geen woorden meer vuil te maken aan relatiegebeuzel en konden ze optimaal van elkaars nabijheid genieten. "Quality-time" noemde ze dat. Ik zou eerder zeggen: "Wel de lusten en niet de lasten." Het is ook een manier, denk ik dan. Het is in deze tijd toch al geen sinecure om je relatie op peil te houden, met de pressie die erop rust dat het altijd leuk moet zijn. Wie hier wat over te zeggen heeft, mail gerust naar Mau. Ik neem tenminste niet aan dat al die leuke stellen in de Mauritsstraat zo lekker stromen zoals het er van de buitenkant vaak uitziet.

De pater die ik vandaag sprak vertelde mij een anekdote over de dichter Rilke die een tijdje bij Rodin vertoefde. Bij gebrek aan inspiratie kreeg hij geen verzen uit zijn vingers en deed vervolgens helemaal niets meer. Rodin gaf hem als raad: "travailler, mon ami, travailler; de inspiratie komt dan vanzelf naar boven drijven". (dit laatste even niet in het Frans). Dat ben ik nu ook aan het doen. Travailler achter mijn pc, maar de echte inspiratie blijft vooralsnog uit.

Op de Mauritssite wordt heel wat afgeleuterd over honden. Het wemelt van de verhaaltjes en zogenaamd snoezige foto’s van deze trouwe mensenvriend. Ik ben dit een beetje beu; alsof er alleen maar honden in jullie straat wonen. En nu moeten ze ook nog minstens uit Spanje komen. Ik dacht dat ons land al vol was …..met honden. Eerlijk gezegd stelt de kwaliteit van het nieuws me vooralsnog teleur. De hele wereld staat in brand, en het Mauritsnieuws bericht over nieuwe steentjes en drempels en de plaatsing van een lullig (van de windows-corrector mag u hier ook kiezen uit: raar, klungelig of vervelend) paaltje, waar je bijna over moet struikelen om het überhaupt te zien staan. Er valt toch nog wel wat hoogwaardiger lokaal nieuws op te sporen, lijkt me. Of gebeurt er echt helemaal niks sappigs in de buurt?

Een inzender –kennelijk bewoner van de Mauritsstraat- stuurde me een loflied op de straat met het verzoek dit anoniem in mijn verhaal op te nemen. Ik ben aan mijn rol, die ik op deze site meen te bekleden, verplicht dit te plaatsen. Zo beloof ik U dat ik geen censuur zal plegen, alhoewel ik dat in dit geval wel had gewild. Ik heb nog getracht de dichter over te halen het te laten plaatsen onder de –nogal aanmatigende- knop "Talent", maar dat vond hij/zij zelf ook wat te gortig.
Als uitsmijter dan maar dit versje, van een mogelijk eenzame (?) bewoner in de gezellige Mauritsstraat.

de straat

achter onze ramen
wonen wij
trots op onze straat
Ieder komt en gaat
zijn eigen weg
altijd terug naar onze straat
ooit was er feest
intensief contact
met elkaar in de straat
bergen met stenen
nieuwe bomen komen
het wordt mooi in onze straat
overdag is het stil
ik val in slaap
op mijn kamer in deze straat
we blijven alleen
overlopen elkaar niet
in deze nette straat


Bloeienbaal
Mau's derde column


Kijk, dat vind ik nou leuk. Zo'n spannend fotoverhaal dat je langs heg en steg Bloeyendael inleidt. Sinds ik dat op de website ontdekte loop ik toch een stuk gemakkelijker het beschermde natuurgebied in. Vooral op zaterdag- of zondagochtend heel vroeg. Er is dan nog geen kip. Hoewel, pluimvee genoeg. Ik heb ook zo'n boekje gekocht. In twee delen. Het eerste deel heet 'Welke vogel vliegt daar' en dan volgt 'Welke vogel zwemt daar'. Klinkt alsof we hier met een auteur te maken hebben die het boek, ver voor de aanleg van de Mauritsstraat (de tijd van Marten Jan Bok), met de vulpen heeft geschreven. Er staan ook geen foto's in maar prachtige kleurenetsjes. Naar mijn mening zijn de fladderaars aan de hand van etsjes uit vergane tijden toch het best te herkennen. Denk maar aan uw oude schoolplaat van "De Sloot".
En ik herken ze hoor! Al in de strook langs de Stolberglaan vliegen de vinken, boomkruipers, staartmezen, houtduiven, kleinebontespechten, merels en sijsjes me om de oren. Even verder, in het water, zowaar een fuut met twee jongen op haar rug. Voor je het weet ben je een ornithojunk. Zo heb ik uren op het ijsvogelplekje gezeten. Niets te zien. IJsvogels maken holletjes in de 'kleien wallekant' en die hebben ze niet in Bloeyendael. De image van het strakblauwe beestje wordt hier gewoon misbruikt. Een subsidievogeltje dus. Daar zie ik hier geen ets van. In Bloeyendael mis ik de mus. 'Deze kwajongen vertoeft het liefst in de bebouwde kom'. Straks op de terugweg even op letten.
Over kwajongens gesproken: bij de door een rijk bedrijf geschonken rode metalen bank bij het derde bruggetje vind ik zeven lege chipszakken, twee lege flesjes Smirnoffdrink, twee lege pakken appelsientje, zes lege blikjes Redbull, een leeg blikje Heineken, twaalf lege flesjes Bacardi Breezer, drie miniscule plastic zakjes met daarop een afbeelding van een groen blaadje van een of andere exotische plant, meerdere wikkels van Twixen, Marsen, Nutsen, Lions en twaalf wikkeltjes van Stophoestbonbons. In het water liggen nog wat Colablikjes. Verder vind ik verscheurde repetitievellen van het College Blaucapel en een flesje aanstekervloeistof. Van de bomen rond de bank zijn grote takken met kracht afgebroken. Aan de voet van de bank de resten van een kampvuur… Ook van deze scène ontdek ik in mijn boekje geen etsje.




E-mail

alweer Mau's tweede column


Mailen, wie doet dat tegenwoordig niet. Het gaat zo gemakkelijk. Het kost geen tijd. We hoeven elkaar niet te zien of beleefdheden uit te wisselen aan de telefoon. Even "to the point" iets vragen of meedelen met daarbij de beste wensen en klaar is Kees. Vrienden uit het buitenland, die ik lang niet heb gesproken, komen voor een moment in beeld. Een kiekje toegevoegd in de bijlage en we zijn weer bij de tijd. Ik geniet van de post, elke dag in mijn box. Van een vriendin die heimelijk hevig verliefd is op een collega en zich na een ontmoeting bij de koffiemachine met de persoon in kwestie niet meer op haar werk kan concentreren. Ik ben haar dankbare uitlaatklep. Met als titel: "onderbuik komt in opstand" ontvang ik haar relaas. Ik reageer vol begrip en zij kan weer verder met het sleutelen aan haar rapport. De werkgever moest eens weten.

De leraar van mijn dochter kan ik veilig mailen met de boodschap dat ik een dierbaar schriftje met privénotities tijdens een ouderavond in zijn klas heb laten liggen. Ik zou me kapotschamen hem daarover te bellen. Nu reageert hij met een begripvolle mail en spoort het kleinnood discreet voor mij op. Mensen worden op veilige afstand opeens heel persoonlijk toegankelijk. Als je over iemands e-mailadres beschikt betreed je een stukje privéterrein waar je ongevraagd van alles kunt deponeren, zonder de directe confrontatie aan te gaan, is mijn ervaring.

Wat maakt dat het anders is dan het ouderwetse corresponderen? In een brief kun je ook alles schrijven wat in je opkomt, zonder een onmiddellijke confrontatie. Ik denk dat het te maken heeft met de facetten tijd en afstand. Een mail dringt zich meteen bij de geadresseerde naar binnen, van de outbox in de inbox, levensgroot op het scherm, dwingend ahw om gelezen te worden, hengelend naar een reactie. Een brief doet er een tijdje over voordat hij zijn bestemming bereikt en vraagt absoluut niet meteen om te worden beantwoord. Een brief stuur je niet naar je hele vrienden- en kennissenkring, veeleer naar intimi.

Ik had een vriendin die er een sport van maakte elke dag minstens één brief te schrijven aan mensen in haar directe omgeving. Een tijd lang was ik het gelukkige doelwit. De tekst begon doorgaans op een zorgvuldig geselecteerde ansichtkaart, werd vervolgd op een stuk papier, variërend van de achterkant van een reproductie tot een vel uit een bijzonder kladblok, en eindigde op de buitenkant van een meestal grote hergebruikte en uitbundig versierde enveloppe. Het waren stuk voor stuk kunstwerkjes, zowel de steeds wisselende vormgeving als de inhoud. Persoonlijke mijmeringen en ontboezemingen, citaten uit geliefde boeken, gedichten. Ik bewaar ze alle zorgvuldig. Geïnspireerd als ik was deed ik wel eens een poging haar van repliek te dienen, ook al trof ik haar de volgende dag, maar er was geen beginnen aan. Tot haar teleurstelling hield bijna niemand het vol haar te antwoorden. Ik zie deze vriendin al enige jaren niet meer maar ik ben benieuwd of zij de e-mail ook heeft ontdekt, ter vervanging van haar bijzondere documenten. Eerlijk gezegd hoop ik het niet.

Ik schroom niet om wie dan ook een mail te sturen, als ik een bepaald doel voor ogen heb. Een ambassadeur in een Afrikaans land, redacties van tv- of radioprogramma's, een schrijver die mij heeft geraakt en aan wie ik iets wil vragen of zeggen. Ik zou het niet in mijn hoofd halen dit soort mensen met een telefoontje lastig te vallen, schijterig als ik ben. (hier protesteert mijn bemoeierige windows corrector in alle hevigheid; in plaats van schijterig moet ik het woord "bang" hanteren) Ik moet opeens denken aan een reeds overleden oude oom van mij die, vooral na zijn pensioen, van het mopperen een dagtaak had gemaakt. Steevast bekogelde hij redacties van kranten met ingezonden brieven. Het e-mail tijdperk zou aan hem zeer besteed zijn geweest.

Laatst verscheen de complete nalatenschap van een overleden oom, die vrijgezel was, op mijn scherm. Drie kantjes vol met zijn eens zo dierbare spulletjes. Neven en nichten mochten kenbaar maken of er wat van hun gading was. Alles kon vlot worden afgehandeld en de familieleden die niet over dit moderne communicatiemiddel beschikten hadden pech, of toch ook weer niet, want zo bijster aantrekkelijk was het nagelatene nou ook weer niet.

Een wel zeer opmerkelijke briefwisseling via de mail voerde ik een aantal jaren geleden met een zekere Olaf, die zichzelf "Olaf de ogenschrijver" noemde. Hij leed aan een ernstige spierziekte. Hij was totaal verlamd en kon ook niet meer spreken. Alleen zijn oogleden kon hij nog bewegen. Met behulp van allerlei aanpassingen heeft hij geleerd door het knipperen met zijn ogen stukjes te schrijven op een computer. Het schrijven van vijf regels tekst kostte hem minstens een half uur en daarna was hij doodop. Ik had een interview met hem gezien op de televisie en zocht om persoonlijke redenen contact met hem. Een vrolijke briefwisseling via de e-mail met deze man, die boordevol humor zat, was het gevolg, maar na een tijdje raakten we "uitgepraat". Nooit zal ik vergeten hoe hij een toast op mij uitbracht door middel van het glaasje wijn dat zijn vrouw hem dagelijks toediende via zijn infuus. Voor hem was de e-mail letterlijk van levensbelang, zijn enige contact met de buitenwereld na een lange periode van gevangenschap.

Al met al is de e-mail een zegen, hoewel ik ook met één van de schaduwzijden van dit medium heb mogen kennismaken. In conflictsituaties kan het verzenden van een mededeling hard aankomen en meer schade berokkenen dan nodig of bedoeld is. Veilig gezeten achter je bureau kunnen de emoties, uitgesproken of tussen de regels door voelbaar, over het scherm heen en weer spatten, misinterpretaties en pijn achterlatend bij de ontvanger. Zonder enigerlij vorm van fysiek contact kan een relatie zich in sneltreinvaart verharden, zo is mij gebleken. Het lijkt dan in één klap onmogelijk om elkaar nog op te bellen of op te zoeken. Het ijltempo waarmee de negatieve communicatie zich ontpopt kan binnen de kortste keren uitmonden in een heftige oorlog. Dierbare vriendschappen kunnen hieraan kapot gaan. Het kwaad is geschied en de beide partijen verschuilen zich in bitterheid achter hun pc. Mogelijk verkeerde interpretaties worden niet meer ergens aan getoetst. De mate van reageren, de snelheid van reageren, de toonzetting, alles telt, neemt bijna mythische vormen aan en veroorzaakt diepe ellende. Ik heb het zien gebeuren en me heilig voorgenomen het e-mailen in dit soort situaties te vermijden.

Iedereen die dit stukje leest en de behoefte voelt te reageren, in wat voor vorm dan ook, kan mij direct mailen op mijn anonieme mailadres: mauvanstraaten@hotmail.com. Het zal niet op de website verschijnen, tenzij daar expliciet om wordt verzocht door de verzender.
Utrecht, 25 maart 2002

(mededeling webredactie: het vermelde hotmailadres is niet van de Mauritswebsite. De eigenaar van het adres is bij de redactie niet bekend)

 



Momenten van somberheid
Mau's eerste column


Ik woon in de buurt van de Mauritsstraat, een straat die me intrigeert omdat daar vaak iets te doen is, een straatfeest, de perikelen rond de herinrichting die ik een beetje volg. En dan nu de website die ik toevallig heb ontdekt en ik bedacht me dat ik wel regelmatig een stukje wil leveren voor deze site die er heel mooi uitziet maar nog wat "content" moet krijgen. Ik ben een dwangmatige schrijver van gedachten, ideeën, verhaaltjes maar tot nu toe verstoken van enig lezerspubliek. Die rol wil ik u toebedelen, als de redactie mij daar ten minste de gelegenheid voor wil bieden. Ik ben geen vuilspuiter of querulant. (mijn windows-corrector geeft nu aan dat ik in plaats van het woordje "querulant" beter kan kiezen voor "hardnekkige klager" of lastpost; ik geloof dat ik zo langzamerhand het hardnekkige klagen van windows lastig begin te vinden).
Mijn stukjes zijn eerder van persoonlijke aard, wat het voor mij bemoeilijkt ze te publiceren. Daarom grijp ik nu deze kans om me anoniem te manifesteren. Een schijfje in een blanco enveloppe kan ik –hoop ik- heimelijk in de brievenbus van de webmaster deponeren.

Het boeit mij wat er zich allemaal afspeelt achter de ramen en in de hoofden van de buurtbewoners, in het verborgene of half verborgene. Zoals mijn eigen simpele leventje soms de dimensies van een soapserie aanneemt, is dat ongetwijfeld bij vele andere omwonenden het geval. Soms vang ik flarden, stukjes van levens op, van drama’s die zich afspelen, gewoon rondom mij, waar menig dramatisch toneelstuk niet aan kan tippen. Ik beschouw mijzelf als een onzijdige (ik probeer geslachtsloos over te komen, maar ik ben bang dat ik daar hopeloos in zal falen) uitgave van "Lieve Lita" op deze website, waarbij ik zelf ook actief deel zal nemen aan het ventileren van kleine en grotere bekentenissen. Bijzondere gebeurtenissen en leed van anderen hebben op mij het effect dat ik in staat ben mijn eigen leed wat te relativeren en daardoor te kunnen volharden. Waarom zou dat alleen via de televisie kunnen? Ik merk dat ik het helemaal heb gehad met het drama dat via de ether tot mij komt. Personen zijn karikaturen geworden van zichzelf. Ik kan er geen geduld meer voor opbrengen..

Alles wat ik schrijf is bedacht èn echt gebeurd. Het is aan de lezer om dat te bepalen. Ik hoop op reacties van lezers, die deze zelfde weg willen bewandelen, waarbij we mogelijk anoniem op elkaar kunnen reageren. Een alternatieve vorm van chatten. Het chatten heb ik me nooit in begeven. Ik werd zenuwachtig van al die vreemde namen waarachter in een mum van tijd regels vol met uitroepen en leestekens verschenen en iedereen kris kras op elkaar reageerde. Neurotische tijdvulling met niets. Liever neem ik de tijd voor een weloverwogen verhaal en wacht ik rustig af of er iets op terugkomt. Voor mezelf interessanter en hopelijk voor de lezers vermakelijk. Het kan zich uitbreiden tot een verhaal, dat op organische wijze door anonieme schrijvers stukje bij beetje zich ontvouwt. Ik voel me een exhibitionist die anoniem wenst te blijven, iets wat in strijd is met elkaar maar kennelijk toch samen kan gaan.

Er is een nieuwe groenteboer op de Jan van Scorellaan. Een welkome aanwinst voor deze buurt, zou je denken, sinds ik de een na de andere groenteboer annex kruidenier uit deze wijk heb zien verdwijnen. Een groenteboer met veel producten afkomstig uit landen rond de Middellandse Zee, zoals we die op de Kanaalstraat ook kennen. Hij is nog maar net open en nu voel ik me al schuldig terwijl ik langs zijn winkel fiets, de eigenaar met een ietwat ontevreden blik voor zich uit zie staren, denkend van waar blijven mijn klanten. Waarom kies ik voor het gemak van Albert Heijn, gaat er dan door me heen. Moeten we deze winkel, die er zo verloren bijligt op dat eens zo bruisende stukje winkelstraat, niet steunen. Zelfs de fantastische groenteboer op de Reigerstraat gaat in de zomer haar deuren sluiten.

Vandaag ontmoette ik iemand uit de buurt die mij vertelde dat ze gisteren maar niet was gaan stemmen, omdat ze geen stembiljet van de gemeente had ontvangen. Al die heisa met Pim en wij doen helemaal niet mee.


Elke dag ervaar ik momenten van somberheid. Gelukkig verdwijnen ze altijd weer en ik accepteer inmiddels dat dat een deel van mij is. Als ik op een dag als vandaag op mijn fietsje het park inrijd –wat niet mag, maar ik kan het niet laten, zoals vele anderen met mij- dan voel ik me verwelkomd door de bomen die daar als reusachtige beelden voor mij een dans opvoeren. Hun indrukwekkende lichaamstaal heeft me altijd wel iets te vertellen, afhankelijk van de voortdurend wisselende lichtval, de tijd van het jaar en mijn eigen gemoedsgesteldheid. Ik zie als het ware mijn stemmingen weerspiegeld in de bomen, alsof ze beschikken over een flinke dosis empathie. Mijn somberheid verdwijnt als sneeuw voor de zon. Ik schrik bijna van hun schoonheid en hun grootsheid en prijs me gelukkig dat ik in deze buurt mag wonen met dat park dat er altijd voor mij is.
Ik kan jaloers zijn op mensen die vanuit hun huis op de eerste verdieping rechtstreeks op het park uitkijken. Het hele jaar door een prachtige gratis natuurfilm. Ik geloof niet dat ik ooit genoeg zou krijgen van datzelfde plaatje dat voortdurend van sfeer verandert. Zo benijd ik ook de bewoners met hun tuintjes die grenzen aan de "Zilveren Schaats", gewoon maar een sloot, maar water is water dat blijft boeien gecombineerd met een vergezicht op een landje met schapen. Het storende, nimmer aflatende lawaai van de snelweg met daarachter de hoge kantoren van Rijnsweerd voor lief nemend, kun je je wanen in een idyllisch stukje natuurschoon waar een boottochtje voor het grijpen ligt.

De spits is eraf. Ik stel me voor dat ik regelmatig wat doorbabbel over wat me treft of opvalt in de buurt gecombineerd met echte of bedachte zieleroerselen van persoonlijke aard en ik hoop dat een aantal onder u mij in de een of andere vorm daarin volgt.

Utrecht, 7 maart, Mau van Straaten.