Duizelingwekkende zakgoten
en plezierige vlechtwerkjes:
De Pippi Langkous-architectuur van de Mauritsstraat
door Antoni Folkers en Kitty Kilian, fotos
Kitty Kilian
De Mauritsstraat en de Dillenburgstraat zijn opgetrokken
in de periode 1900 -1930. De oorspronkelijke bebouwing staat nog geheel overeind:
van klassieke Carel Willink-huizen tot vrolijke Villa Kakelbonts. De architectuur
van beide straten kenmerkt zich door conservatisme. Toch vind je er met enig
zoeken ook verrassende en voor deze periode zelfs vernieuwende elementen.
Architekt Antoni Folkers en Kitty Kilian wandelen geamuseerd door hun eigen
straat en bespreken de stijlgeschiedenis.
Retro: De Antieken
De wortels van onze westerse cultuur, en zeker die van onze bouwkunst, zijn
te vinden in Griekenland. Bijna alles wat ons architectonisch omringt komt
uit de Olympische oersoep.
Afb. 14.
Mauritsstraat 1-9.Een waardig begin van de straat. Met de nrs. 2-14
zijn dit ook de oudste huizen (1901-1903). Strakke Carel Willink-architectuur:
classicis-tisch met een plint (rustica) in nep-natuursteen, een opbouw en
een driftige daklijst. Maar met toch ook al enige voorzichtige Jugendstil-details
in glas-in-lood en interieur.
Mauritsstraat 12-36 en 19-29. Stilistisch een voortzetting van Mauritsstraat
1-9, maar met wat meer frivole details: speklagen in gestucte steen en vlechtwerk
in diverse kleuren baksteen. Vrolijker balkonhekjes en dakkapellen.
Retro: De middeleeuwen
Schitterende religieuze bouwkunst; sombere, versterkte burchten; de meeste
mensen wonen op het platteland.
Afb. 15.
Mauritsstraat 97-103. Dit rijtje baksteenkastelen is onlangs
prachtig schoongemaakt. Met tinnen (kantelen) en transen (borstwering).
Afb. 16.
Mauritsstraat 108. Een in de Mauritsstraat uitzonderlijk
huis door de landelijke uitstraling tussen al die stadse plechtigheid. Een
koetshuis waarachter men een barse burcht vermoedt. Ook de architektuur is
vriendelijk en kneuterig: pannendakjes, ramen met roeden en vensterluiken
geschilderd in Utrechts rood-wit. (Architect R. Rijksen, 1920)
Afb. 17.
Dillenburgstraat 11. De enige torens van de Mauritsstraat staan in de
Dillenburgstraat. Helaas heeft de oorspronkelijke dakbedekking moeten wijken
voor nare teerflapjes.
Retro: Renaissance
De renaissance, zoals zij in de lage landen toesloeg, kenmerkt zich door het
gebruik van de bekende antieke elementen, trapgevels en vrolijkheid. Die vrolijkheid
komt bijvoorbeeld van het veelvuldige gebruik van witte ornamentiek, die schel
afsteekt tegen de achtergrond van stemmige baksteen.
Afb. 18.
Mauritsstraat 70. De nummers 70-74 zijn drie stadspaleisjes naast elkaar:
alledrie met opgaande middenbeuk, maar bekroond met verschillende gevels.
Nummer 70 heeft de enige trapgevel van de Mauritsstraat (architect J.J. Lambeek,
1920).
Afb. 19.
Mauritsstraat 76-80. Dezelfde architekt als 70-74, maar smallere traveeën
(1910-1911). Tussen de drie panden is een verfijnd onderscheid aangebracht
in gevelbekroning, kleur gevelsteen en speklagen. Vooral nr. 80 is een bijzonder
huis, doordat het in 1936 een nieuwe gevel kreeg in een afwijkende gele steen,
zwarte natuurstenen plint en strakke gevelbekroning. Een van de mooiste huizen
uit de straat.
Retro: Pippi Langkous
Aan het einde van de negentiende eeuw vervaagden de grenzen tussen de diverse
retrostijlen. Wat overbleef was een fantastische cocktail: ieder mixte uit
het verleden wat hem beviel. Zo ontstond de befaamde negentiende-eeuwse
lelijkheid, die pas sinds kort weer de waardering krijgt die zij verdient.
Afb. 20.
Mauritsstraat 11-17. Dit fantasierijke knutselblokje van vier villa Kakelbonts
hoort bij elkaar en steekt vrolijk af tegen het haar omringende burgerlijke
classicisme. Grote dakoverstekken, duizelingwekkende zakgoten en speklagen
die de weg af en toe een beetje kwijt lijken en dan maar een noodsprong wagen
(zie bijvoorbeeld boven het raam op de eerste verdieping van nummer 17).
Afb. 21.
Mauritsstraat 60. Voor de nrs. 50-68 geldt: wat ingehoudener dan 11-17,
met veel plezierige vlechtwerken en dakkapelletjes.
Vernieuwingen: Jugendstil
De Jugendstil of Art Nouveau onstond aan het einde van de vorige eeuw in de
grote steden Brussel, Parijs, Barcelona, Glasgow en Wenen. Daarna sijpelde
zij door naar provinciestadjes zoals Utrecht. In Utrecht zijn er nog een paar
hele mooie voor-beelden; in de Mauritsstraat treffen wij helaas alleen wat
details aan.
De Jugendstil kenmerkt zich vooral door het overdadig gebruik van organische
ornamentiek in een uitbundig kleurenpalet. Vernieuwend is het experimenteren
met destijds nieuwe materialen zoals geglazuurde steen, staal, kalkzandsteen
en beton.
In Amsterdam kreeg de Jugendstil een hele eigen uitingsvorm: de Amsterdamse
School. Architecten van deze school kregen het voor elkaar om in de typisch
Nederlandse en o, zo weerbarstig baksteen een golfbeweging te krijgen die
ons nog steeds in beroering brengt. Deze substijl valt tussen de Jugendstil
en Art Deco in (1910-1925).
Afb. 22. Mauritsstraat 57.
Mauritsstraat 53-61. De gevels zijn nog overwegend classicistisch van
indeling, maar tonen al duidelijke kenmerken van de Jugendstil in de golvende
rollagen en de gele steen.
Afb. 23.
Dillenburgstraat 9. De winkelpui in een verder klassiek geveltje toont
mooie details in de ijzeren kolommen en puibalken, alsook in de geornamenteerde
natuurstenen elementen. Trouwens de moeite van het restaureren waard.
Afb. 24. (ook afb. 1).
Mauritsstraat 1-9. In de sobere classicistische gevels zijn al mooie
Jugendstil-elementen te vinden. Let vooral op het glas-in-lood met gebrandschilderde
mo-tieven. Leuke details zijn behouden in de interieurs.
Vernieuwingen: Art deco
Art Déco ontleent haar naam aan de Exposition des Arts Décoratifs
te Parijs in 1925. Opvolger van de Art Nouveau. Kenmerken zijn een meer geometrische
ornamentiek, waarbij horizontale of verticale lijnen overheersen, en de vaak
gestroomlijnde indruk. Met duidelijke invloeden uit exotische oorden, meegebracht
door oceaanstomers en snelle locomotieven.
Was Jugendstil nog overwegend een Europees gebeuren, Art Déco is een
echte wereldstijl. De mooiste creaties zijn te vinden in de USA (New York
en Miami) en Parijs. In Nederland hebben we er veel minder van, mogelijk door
de sterke opkomst van het Modernisme (Nieuwe Zakelijkheid) die vanaf de jaren
dertig een ware zegetocht door de lage landen begon. Toch zijn er zelfs in
Utrecht leuke voorbeelden te vinden en kende de stad in de architekt Crouwel
(postkantoor Neude) een meer dan waardige vertegenwoordiger.
Afb. 25.
Mauritsstraat 61. Jugendstil bekroond met twee Art Déco pelikanen
die soms een geheimzinnig licht uitstralen. Vermoedelijk twee late Crouwels.
(Nagezonden bericht: De beelden zijn in 1998 door kunstenaar Hans Kapteyn
gemaakt.)
Afb. 26.
Mauritsstraat 89. Een van de topstukken in de straat. Het huis geeft
de illusie half vrij te staan en komt daardoor optisch los van de aangrenzende
bebouwing. Stilistisch is het als Amsterdamse School te kenschetsen: vooral
door het gebruik van de geglazuurde pannen als vertikale gevelbekleding (architect
J.C.O. Camman,1926).
Afb. 27.
Mauritsstraat 92-94b. Een van de weinige ensembles waarvan het geheel
sterker is dan de individuele panden. Prachtige dakoverstekken, gestroomlijnde
balkons, sterke horizontaliteit in raamverdeling en betimmeringen. Op nr.
94a wel pijnlijk verdwaalde aluminium schuifpuien en dichtgetimmerde voordeur
(architect G. van Laar, 1926).
Afb. 28.
Mauritsstraat 79-85. Waarschijnlijk de jongste huizen in de Mauritsstraat.
Een verstrakte en versoberde Art Déco, maar heel subtiel. Fraaie toepassing
van verschillende kleuren baksteen, een plastische gevel door erkers, inspringingen
en dakoverstekken op verschillende hoogtes. Een waardige afsluiting van de
bouw, net vóór de grote crisis en vóór de uitbarsting
van de Nieuwe Zakelijkheid, waarmee de Mauritsstraat achteraf niet blij zou
zijn geweest.
<-- Naar inhoudsopgave historie <-- Naar vorige hoofdstuk - Naar volgende hoofdstuk-->